Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

DE BIJBEL VERANDERT LEVENS

Ik voerde mijn eigen oorlog tegen onrecht en geweld

Ik voerde mijn eigen oorlog tegen onrecht en geweld
  • GEBOORTEJAAR: 1960

  • LAND VAN HERKOMST: LIBANON

  • VOORGESCHIEDENIS: KUNGFU-EXPERT

MIJN VERLEDEN:

Ik ben opgegroeid in Rmaich, bij de grens van Libanon met Israël. Er was toen een burgeroorlog aan de gang. Ik zie nog steeds de exploderende landmijnen en de onschuldige, verminkte slachtoffers voor me. Het leven was erg moeilijk en overal was misdaad en geweld.

Ons gezin bestond uit twaalf personen. We waren lid van de maronitische kerk, een van de oosterse katholieke kerken. Mijn vader was altijd aan het werk om in ons onderhoud te kunnen voorzien, maar mijn moeder zorgde ervoor dat de rest van ons naar de kerk ging. In de loop van de tijd kreeg ik steeds meer het gevoel dat de kerk, net als de maatschappij in het algemeen, niet voor de zwakkeren opkwam.

Tijdens mijn tienerjaren begon ik me te interesseren voor kungfu. Ik trainde keihard en leerde de stoot- en traptechnieken beheersen. Ik werd ook bedreven in het hanteren van allerlei wapens die bij deze vechtkunst horen. Ik dacht bij mezelf: de oorlog kan ik niet stoppen, maar ik kan wel proberen gewelddadig gedrag te stoppen. Als ik twee mensen ruzie zag maken, kwam ik meteen tussenbeide. Ik was van nature een heethoofd en er was niet veel voor nodig om me boos te krijgen. Ik voerde mijn eigen oorlog tegen onrecht en geweld, en iedereen in het zuiden van Libanon was bang voor me.

In 1980 sloot ik me aan bij een kungfuclub in Beiroet. Hoewel er in de stad dagelijks granaten, bommen en raketten ontploften, bleef ik gewoon naar mijn training gaan. Mijn leven bestond uit eten, slapen en het navolgen van Bruce Lee, een Chinees-Amerikaanse acteur en kungfu-expert. Ik imiteerde zijn kapsel, zijn loopje en de manier waarop hij schreeuwde als hij aan kungfu deed. Ik lachte nooit.

DE BIJBEL VERANDERT MIJN LEVEN:

Het was mijn doel kungfuprofessional in China te worden. Toen ik op een avond hard aan het trainen was als voorbereiding op mijn reis naar China, werd er op de deur geklopt. Een vriend kwam langs met twee Getuigen van Jehovah. In mijn zwarte trainingspak en nat van het zweet deed ik open. Ik vertelde ze dat ik niets van de Bijbel wist. Ik had geen idee dat mijn leven vanaf dat moment zou gaan veranderen.

De Getuigen lieten me aan de hand van de Bijbel zien waarom mensen er op eigen houtje nooit in zullen slagen een eind te maken aan onrecht en geweld. Ze legden uit dat Satan de Duivel de echte oorzaak van zulke problemen is (Openbaring 12:12). Ik was onder de indruk van de rust en het vertrouwen dat de Getuigen uitstraalden. En het raakte me te horen dat God een naam heeft (Psalm 83:18). Ze lieten me ook 1 Timotheüs 4:8 lezen, waar staat: „Lichamelijke oefening is nuttig voor weinig, maar godvruchtige toewijding is nuttig voor alle dingen, daar ze een belofte inhoudt voor het tegenwoordige en het toekomende leven.” Die woorden zouden een grote impact op mijn leven hebben.

Jammer genoeg verloor ik het contact met de Getuigen omdat mijn familie hun had gezegd niet terug te komen. Ondanks dat besloot ik met kungfu te stoppen en de Bijbel te gaan bestuderen. Mijn broers waren daar niet blij mee, maar ik was vastbesloten om weer met Jehovah’s Getuigen in contact te komen en de Bijbel met ze te bestuderen.

Ik bleef tevergeefs naar de Getuigen zoeken. In die periode kwam mijn vader plotseling te overlijden en gebeurden er andere erge dingen in de familie die me diep raakten. Ik werkte ondertussen bij een bouwbedrijf en op een dag werd ik aangesproken door Adel, een collega van me. Hij vroeg me waarom ik zo somber was. Hij vertelde me over de opstandingshoop uit de Bijbel. De daaropvolgende negen maanden gaf deze hartelijke en vriendelijke Getuige me heel geduldig Bijbelles.

Toen ik de Bijbel beter ging begrijpen, begon ik in te zien dat ik grote veranderingen in mijn persoonlijkheid moest aanbrengen. Dat was niet makkelijk, want ik had een kort lontje. Uit de Bijbel leerde ik hoe ik mezelf onder controle kon houden en dat ik niet meteen overal op moest reageren. Zo geeft Jezus in Mattheüs 5:44 de raad: „Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen.” En Romeinen 12:19 waarschuwt: „Wreekt uzelf niet, (...) want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik wil vergelden, zegt Jehovah.’” Deze en andere teksten hielpen me om langzaamaan tot rust te komen.

DE VOORDELEN:

Hoewel mijn familie in het begin tegen mijn beslissing was om met Jehovah’s Getuigen te studeren, respecteren ze de Getuigen nu. Bovendien is een van mijn broers Jehovah gaan aanbidden, en mijn moeder heeft tot aan haar dood ons geloof tegenover anderen verdedigd.

Ook ben ik gezegend met een fantastische vrouw, Anita. Samen besteden we een groot deel van onze tijd aan de prediking. Sinds 2000 wonen Anita en ik in Eskilstuna (Zweden), waar we Bijbelles geven aan mensen die Arabisch spreken.

Ik voel nog steeds mee met mensen die het slachtoffer zijn van geweld. Maar nu ik weet waarom zulke dingen gebeuren en dat God daar binnenkort een eind aan gaat maken, ben ik echt gelukkig en heb ik rust gevonden (Psalm 37:29).

Mijn vrouw en ik vinden het geweldig anderen over Jehovah te vertellen. Het maakt ons heel gelukkig