Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

 De zienswijze van de Bijbel

Pronken met bezittingen — Is het verstandig?

Pronken met bezittingen — Is het verstandig?

„Door designerjeans of een ander designerding aan te trekken, kan een onzeker persoon de saaiheid ontstijgen en gaan fantaseren: Ik ben iemand, en als je het niet gelooft, moet je maar naar het merkje kijken!” — Chaytor D. Mason, psycholoog.

SOMMIGE mensen proberen bewondering te wekken door te pronken met designerkleding en andere dure spullen. The Washington Post zei over één Aziatisch land dat „de nieuwe rijken er gek zijn op luxeproducten, zoals geïmporteerde Franse handtassen en Italiaanse sportauto’s. Sterker nog, ze pronken er graag mee.”

Natuurlijk is het niet verkeerd om te genieten van de dingen waar je hard voor gewerkt hebt. In de Bijbel staat dat het goed is „dat ieder mens eet en inderdaad drinkt en het goede ziet voor al zijn harde werk. Het is de gave Gods” (Prediker 3:13). Maar is het verstandig om te pronken met bezittingen? Wat zegt de Bijbel erover?

„Wie rijk is heeft veel vrienden”

Als mensen die rijk zijn — of doen alsof ze rijk zijn — pronken met hun spullen, wat voor vrienden trekken ze dan aan? In Spreuken 14:20 staat de volgende wijze uitspraak over de menselijke aard: „Een arm mens wordt zelfs door zijn vriend gehaat, wie rijk is heeft veel vrienden” (De Nieuwe Bijbelvertaling).

Waar het om gaat, is dat de ’vele vrienden’ van de rijken niet met hen bevriend zijn om wie ze zijn, maar om hun rijkdom. Hun zogenaamde vriendschap is gebaseerd op eigenbelang, net als hun vleiende woorden. De Bijbel noemt zulk gevlei een „dekmantel voor hebzucht” (1 Thessalonicenzen 2:5, NBV).

De vraag is dus: Wat voor vrienden wil ik hebben? Vrienden die van me houden om wat ik heb of echte vrienden die van me houden om wie ik ben? De Bijbel laat zien dat ons gedrag kan bepalen wat voor vrienden we krijgen.

„Wijsheid is bij de bescheidenen”

Een ander probleem van pronken met rijkdom wordt goed geïllustreerd door het Bijbelverhaal over koning Hizkia, die in het oude Jeruzalem woonde. Op een bepaald moment liet Hizkia „al wat er onder zijn schatten te vinden was” zien aan afgevaardigden uit Babylon. Blijkbaar waren de bezoekers onder de indruk van zijn grote rijkdom. Maar het kan ook zijn dat hun hebzucht erdoor werd aangewakkerd. Na hun vertrek zei Gods profeet Jesaja moedig tegen Hizkia dat al zijn schatten op een dag naar Babylon zouden worden gevoerd en dat er niets van zou overblijven. Zijn woorden kwamen uit. Jaren later kwamen de Babyloniërs terug en namen alle schatten van Hizkia’s familie mee (2 Koningen 20:12-17; 24:12, 13).

Ook nu lopen mensen die met hun rijkdom pronken het risico bezittingen kwijt te raken. In een rapport over criminaliteit en veiligheid in Mexico werd gezegd: „Opzichtig pronken met rijkdom werkt in Mexico-Stad als een magneet op dieven. Rondlopen met dure juwelen, horloges en grote hoeveelheden contant geld trekt ongewenste aandacht.” Het is veel beter het Bijbelse  advies op te volgen om zich ’niet op rijkdom te beroemen’ (Jeremia 9:23). „Wijsheid is bij de bescheidenen”, zegt Spreuken 11:2.

Kijk naar de goede eigenschappen van anderen

Iemand die bescheiden en nederig is, vestigt niet de aandacht op zichzelf, maar is blij met de goede eigenschappen en sterke punten van anderen. Filippenzen 2:3 zegt: „Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf” (NBV). En in Galaten 5:26 staat: „Laten wij niet egotistisch worden, doordat wij onderlinge wedijver aanwakkeren en elkaar benijden.”

Wilt u vrienden die van u houden om wat u hebt, of vrienden die van u houden om wie u bent?

Mensen die zich door Gods wijsheid laten leiden, weten dat ware vriendschap gebaseerd is op onzelfzuchtigheid en wederzijds respect. Zo’n vriendschap blijft ook bestaan als het financieel minder gaat en zal met de jaren juist sterker worden. „Een ware metgezel heeft te allen tijde lief”, zegt Spreuken 17:17. Iemand die wijs is, vindt het vooral belangrijk om Gods goedkeuring te krijgen. Hij weet dat God niet onder de indruk is van iemands uiterlijk maar naar „de verborgen persoon van het hart” kijkt (1 Petrus 3:4). Daarom doet hij moeite om de aantrekkelijke eigenschappen te ontwikkelen waardoor „de nieuwe persoonlijkheid” volgens de Bijbel wordt gekenmerkt (Efeziërs 4:24). Een paar van deze eigenschappen worden genoemd in Micha 6:8: „Wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?”

Het is waar dat bescheidenheid tegenwoordig niet populair is, maar dat is geen verrassing voor mensen die de Bijbel goed kennen. Waarom niet? De Bijbel voorzei over „de laatste dagen” dat de meeste mensen „op geld belust, verwaand en hoogmoedig (...) en opgeblazen” zouden zijn (2 Timotheüs 3:1-5, Groot Nieuws Bijbel). In zo’n maatschappij voelen mensen die met hun bezittingen pronken zich prima thuis. Maar God spoort ons aan bij zulke mensen uit de buurt te blijven zodat we hun houding niet overnemen.