Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De waarheid over Kerstmis

De waarheid over Kerstmis

De waarheid over Kerstmis

ALS iemand zou zeggen dat Kerstmis eigenlijk niets met Jezus Christus te maken heeft, zou dat u dan verbazen? Zou u het antwoord willen weten op de volgende vragen: (1) Is Jezus echt op 25 december geboren? (2) Wie waren de ’wijzen’ en waren het er echt drie? (3) Wat voor ’ster’ leidde hen naar Jezus? (4) Wat heeft de kerstman met de geboorte van Jezus te maken? (5) Hoe denkt God over de gewoonte om met kerst cadeaus te geven, of liever gezegd, cadeaus uit te wisselen?

We gaan deze vragen beantwoorden aan de hand van Bijbelse en historische feiten.

(1) Is Jezus op 25 december geboren?

De traditie: Volgens de traditie is Jezus op 25 december geboren en wordt zijn geboorte op die datum gevierd. Volgens de Grote Winkler Prins is het woord Kerstmis afgeleid van ’Christus-mis’, het feest ter herdenking van de geboorte van Jezus.

De oorsprong: „De keuze voor 25 december is niet terug te voeren op een Bijbels precedent”, zegt The Christmas Encyclopedia, „maar op heidense Romeinse feesten die aan het eind van het jaar werden gehouden”, rond de tijd van het wintersolstitium of de winterzonnewende op het noordelijk halfrond. Bij die feesten hoorden de Saturnalia, ter ere van Saturnus, de god van de landbouw, „en de gecombineerde feesten van twee zonnegoden, de Romeinse Sol en de Perzische Mithras”, zegt dezelfde encyclopedie. Beide verjaardagen werden gevierd op 25 december, het wintersolstitium volgens de juliaanse kalender.

Deze heidense feesten werden ’verchristelijkt’ vanaf het jaar 350, toen 25 december door paus Julius I tot Christus’ geboortedag werd verklaard. „Geleidelijk werden alle zonnewenderiten opgenomen in of vervangen door het geboortefeest van Christus”, zegt de Encyclopedia of Religion. „Afbeeldingen van de zon werden steeds vaker gebruikt als symbool van de verrezen Christus (die ook Sol Invictus werd genoemd), en de oude zonneschijf (...) werd de stralenkrans van christelijke heiligen.”

Wat de Bijbel zegt: De Bijbel vermeldt Jezus’ geboortedatum niet. Maar we kunnen er rustig van uitgaan dat hij niet op 25 december geboren is. De Bijbel zegt namelijk dat toen Jezus geboren werd, de herders in de omgeving van Bethlehem „buitenshuis verbleven en ’s nachts de wacht hielden over hun kudden” (Lukas 2:8). Het koude, regenachtige seizoen begon meestal in oktober, en de koudste maand, waarin soms sneeuw viel, was december. Vooral op koude hoogvlakten, zoals die rond Bethlehem, brachten de herders hun schapen ’s nachts dan naar een beschut onderkomen. *

Het is veelzeggend dat de christenen in de eerste eeuw, van wie velen met Jezus waren meegegaan op zijn predikingstochten, zijn geboorte nooit vierden, op geen enkele datum. In harmonie met zijn gebod herdachten ze alleen zijn dood (Lukas 22:17-20; 1 Korinthiërs 11:23-26). Toch zullen sommigen zich afvragen: maakt de heidense oorsprong echt iets uit? Voor God wel. ’De ware aanbidders zullen de Vader met geest en waarheid aanbidden’, zei Jezus (Johannes 4:23).

(2) Hoeveel ’wijzen’ waren er? Wie waren het?

De traditie: Geleid door een ’ster’ uit het oosten komen drie ’wijzen’ Jezus geschenken brengen terwijl hij in een kribbe in een stal ligt. Soms staan er in kerststallen ook herders bij.

De oorsprong: Met uitzondering van het korte verslag in de Bijbel „is alles wat over de Wijzen geschreven is voornamelijk afkomstig van legenden”, zegt The Christmas Encyclopedia.

Wat de Bijbel zegt: De Bijbel zegt niet hoeveel ’wijzen’ Jezus hebben bezocht. Misschien waren het er twee, drie, vier of zelfs meer. Hoewel deze mannen in sommige Bijbelvertalingen „wijzen” worden genoemd, is het woord in de oorspronkelijke taal magoi, wat astrologen of tovenaars betekent — beroepen die volgens de Bijbel ’verfoeilijk voor Jehovah’ zijn (Deuteronomium 18:10-12). Omdat de astrologen vanuit het Oosten een lange reis moesten maken, kwamen ze niet op tijd om Jezus in de stal te bezoeken. Na misschien maanden gereisd te hebben, gingen ze in plaats daarvan „het huis” binnen waar Jezus was. Daar zagen ze „het jonge kind met zijn moeder Maria” (Mattheüs 2:11).

(3) Door wat voor ster werden de astrologen geleid?

We kunnen veel opmaken uit wat de ster deed. De ster leidde de mannen bijvoorbeeld niet rechtstreeks naar Bethlehem maar naar Jeruzalem, waar koning Herodes te horen kreeg dat ze naar Jezus informeerden. „Toen ontbood Herodes in het geheim de astrologen”, die hem vertelden over de pasgeboren „koning der joden”. Vervolgens zei Herodes: „Stelt een nauwkeurig onderzoek in naar het jonge kind, en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan.” Maar Herodes’ interesse voor Jezus was allesbehalve oprecht. Deze trotse, meedogenloze heerser was vastbesloten Jezus om te brengen! — Mattheüs 2:1-8, 16.

Het is interessant dat de ster de astrologen nu naar het zuiden leidde, naar Bethlehem. Daar ’hield ze stil’ boven het huis waar Jezus was (Mattheüs 2:9, 10).

Dit was duidelijk geen gewone ster! En waarom zou God, die engelen had gebruikt om nederige herders in te lichten over Jezus’ geboorte, nu een ster gebruiken om heidense astrologen te leiden — eerst naar Jezus’ vijand en dan naar het kind zelf? De enige redelijke conclusie is dat de ster een sinister instrument was van Satan, die tot zulke manifestaties in staat is (2 Thessalonicenzen 2:9, 10). Het is ironisch dat de piek in de top van de kerstboom een verwijzing is naar de ster die de ’wijzen’ leidde.

(4) Wat heeft de kerstman met de geboorte van Jezus te maken?

De traditie: In veel landen wordt de kerstman gezien als degene die de kinderen cadeautjes geeft. Kinderen schrijven vaak brieven naar de kerstman om hem te vragen om cadeaus, die hij met de hulp van elfjes maakt op de Noordpool, waar hij woont.

De oorsprong: De Amerikaanse kerstman, Santa Claus, wordt ook in Europa steeds populairder. De benaming Santa Claus is waarschijnlijk gebaseerd op de Nederlandse naam Sinterklaas, wat een verbastering is van Sint-Nicolaas, de aartsbisschop van Myra in Klein-Azië (nu Turkije). Volgens The Christmas Encyclopedia is „vrijwel alles wat over Sint-Nicolaas geschreven is, gebaseerd op legenden”. Zowel in historisch als in Bijbels opzicht heeft de kerstman geen enkele overeenkomst met Jezus Christus.

Wat de Bijbel zegt: „Nu gij daarom onwaarheid hebt weggedaan, spreekt waarheid, een ieder van u met zijn naaste” (Efeziërs 4:25). Degenen die ons het meest na staan, zijn onze familieleden. De Bijbel zegt ook dat het belangrijk is ’waarheid lief te hebben’ en ’de waarheid te spreken in ons hart’ (Zacharia 8:19; Psalm 15:2). Het lijkt misschien onschuldig en grappig om kinderen te vertellen dat de kerstman met Kerstmis cadeautjes komt brengen, maar is het juist en verstandig om kleine kinderen voor de gek te houden, ook al is het goedbedoeld? Vindt u het niet ironisch dat een gelegenheid die bedoeld zou zijn om Jezus te eren, aangegrepen wordt om kleine kinderen te bedriegen?

(5) Hoe denkt God over de cadeaus en feestelijkheden met kerst?

De traditie: Het opmerkelijke aan het geven met kerst is dat het vooral gaat om het uitwisselen van cadeaus. In de tijd rond kerst wordt bovendien veel gefeest en gedronken.

De oorsprong: De oude Romeinse Saturnalia liepen van 17 tot 24 december, de dag waarop cadeaus werden uitgewisseld. In de huizen en op de straten klonk het rumoer van uitgebreide feestmaaltijden, drinkpartijen en ongeremd gedrag. Na de Saturnalia werd de eerste dag van januari gevierd met een feest dat meestal zo’n drie dagen duurde. De Saturnalia en de viering van de eerste dag van januari gingen waarschijnlijk in elkaar over.

Wat de Bijbel zegt: De ware aanbidding wordt gekenmerkt door vreugde en vrijgevigheid. „Weest blij, gij rechtvaardigen; en heft een vreugdegeroep aan”, lezen we in Psalm 32:11. Zo’n vreugde wordt meestal in verband gebracht met vrijgevigheid (Spreuken 11:25). „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen”, zei Jezus Christus (Handelingen 20:35). Hij zei ook: „Beoefent het geven”, oftewel maak het tot een vast onderdeel van het leven (Lukas 6:38).

Op die manier geven heeft weinig te maken met geven als ritueel of als verplichting, omdat het nu eenmaal zo hoort. De Bijbel beschrijft hoe echte vrijgevigheid zou moeten zijn: „Laat iedereen geven waartoe hij in zijn hart heeft besloten, zonder gevoelens van spijt of dwang. Want God houdt van een blijmoedige gever” (2 Korinthiërs 9:7, Groot Nieuws Bijbel). Mensen die zich aan deze verheven Bijbelse principes houden, geven omdat hun hart hen daartoe aanzet, en dat kan op elk moment in het jaar zijn. Dit soort van geven heeft Gods zegen en is nooit een last.

Een vervalsing!

Als we Kerstmis in het licht van de Bijbel bekijken, is vrijwel elk aspect ervan van heidense oorsprong of een verdraaiing van de verslagen in de Bijbel. De kerstgebruiken zijn dus alleen in naam christelijk. Hoe is dat gekomen? Eeuwen na Christus’ dood kwamen er allerlei valse leraren, precies zoals de Bijbel had voorzegd (2 Timotheüs 4:3, 4). Deze gewetenloze mannen vonden het belangrijker het christelijke geloof populair te maken bij de heidense massa dan de waarheid te onderwijzen. Daarom voerden ze geleidelijk populaire heidense feesten in en noemden die ’christelijk’.

De Bijbel waarschuwde dat zulke „valse leraren” mensen „met vervalste woorden [zouden] uitbuiten. Maar wat hen betreft, het oordeel van oudsher beweegt zich niet traag en hun vernietiging sluimert niet” (2 Petrus 2:1-3). Jehovah’s Getuigen nemen die woorden serieus, net als de rest van de Bijbel, die ze als het geschreven Woord van God bezien (2 Timotheüs 3:16). Daarom willen ze niet meedoen aan valsreligieuze gebruiken of vieringen. Maakt dat standpunt hen ongelukkig? Integendeel! Zoals het volgende artikel laat zien, weten ze uit ervaring dat de Bijbelse waarheid bevrijdend is.

[Voetnoot]

^ ¶8 Blijkbaar is Jezus geboren in de Joodse maand Ethanim of Tisjri (september/oktober). Meer informatie hierover is te vinden op blz. 1275 van Deel 1 van Inzicht in de Schrift, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Kader/Illustratie op blz. 8]

WIE ONKRUID ZAAIT, ZAL ONKRUID OOGSTEN

Er was een tijd dat de kerkleiders „zich met hand en tand verzetten tegen [de] overblijfselen van het heidendom”, zegt het boek Christmas Customs and Traditions — Their History and Significance. Maar na een tijdje vonden ze het belangrijker de kerkbanken te vullen dan de waarheid te onderwijzen. Daarom begonnen ze deze heidense gebruiken „door de vingers te zien”. Later namen ze die gebruiken zelfs over.

De Bijbel zegt: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Galaten 6:7). Omdat de kerken op hun velden de zaden van het heidendom hebben gezaaid, moeten ze er niet vreemd van opkijken dat dit ’onkruid’ oplevert. Een viering die de geboorte van Jezus zou moeten eren, wordt gebruikt als excuus voor dronkenschap en luidruchtige feesten, winkelen is populairder geworden dan naar de kerk gaan, gezinnen steken zich diep in de schulden om cadeaus te kopen, en kinderen verwarren mythen met de realiteit, en de kerstman met Jezus Christus. God zei niet voor niets: „Raakt het onreine niet langer aan” (2 Korinthiërs 6:17).

[Illustraties op blz. 7]

In de tijd rond Kerstmis wordt net als tijdens de oude Saturnalia veel gefeest, gegeten en gedronken

[Verantwoording]

© Mary Evans Picture Library