Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een beter begrip van postpartumdepressie

Een beter begrip van postpartumdepressie

Een beter begrip van postpartumdepressie

Wat is er met me aan de hand? Ik heb net een prachtige, gezonde baby gekregen. Ik zou gelukkig en trots moeten zijn, maar ik voel me zo down en angstig, boos zelfs. Ben ik een slechte moeder? Waarom ben ik zo depressief?

ALS kersverse moeder voelt u zich misschien zoals hierboven wordt beschreven. Als dat zo is, bent u niet de enige. Naar schatting voelt 70 tot 80 procent van de pasbevallen vrouwen zich soms zo. Maar wat is postpartumdepressie (PPD) en wat is de oorzaak ervan? Hoe kan iemand omgaan met PPD? Welke steun kunnen gezinsleden en anderen geven?

Stoornissen

De term „postpartumdepressie” heeft betrekking op depressieve periodes na de bevalling. Die kunnen zich voordoen na de geboorte van elk kind, niet alleen het eerste. Depressieve periodes kunnen zelfs voorkomen na een miskraam of een zwangerschapsonderbreking. Volgens het Office on Women’s Health van het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid en Welzijnszorg loopt de hevigheid van de symptomen erg uiteen.

Veel vrouwen hebben na de bevalling last van zwaarmoedigheid of ’kraamvrouwentranen’, gekarakteriseerd door lichte treurigheid, angst, prikkelbaarheid, wisselende stemmingen en vermoeidheid. Deze zwaarmoedigheid wordt als normaal bezien en duurt niet lang; ze verdwijnt zonder medische hulp vanzelf binnen zo’n tien dagen na de bevalling.

Maar het American College of Obstetricians and Gynecologists schat dat deze gevoelens bij één op de tien moeders escaleren en langer duren dan de eerste paar dagen. Ze kunnen zich zelfs een aantal maanden na de bevalling voordoen. Dit kan een echte postpartumdepressie zijn, waarbij de gevoelens van verdriet, angst of wanhoop zo intens zijn dat de moeder haar dagelijkse taken moeilijk aankan.

Daarnaast lijden van de 1000 jonge moeders er één tot drie aan een nog ernstiger vorm van depressiviteit die kraambedpsychose wordt genoemd, waarbij de moeder waanideeën of hallucinaties heeft, vaak over het bezeren van zichzelf of haar baby. De laatstgenoemde aandoening vereist onmiddellijke medische zorg. *

Oorzaken

Er is niet één duidelijk omlijnde oorzaak van postpartumdepressie aan te wijzen. Er schijnen lichamelijke en emotionele factoren bij betrokken te zijn. Een lichamelijke factor zou kunnen zijn dat in de eerste 24 tot 48 uur na de bevalling de hoeveelheid oestrogeen en progesteron sterk daalt, tot een niveau dat nog lager is dan vóór de conceptie, waardoor een abrupte verandering in de fysiologische toestand van het lichaam ontstaat. Dit kan depressiviteit veroorzaken, ongeveer zoals stemmingswisselingen en gespannenheid vóór de menstruatieperiode worden veroorzaakt. Ook de hoeveelheid door de schildklier geproduceerde hormonen kan na een bevalling dalen. Dat kan symptomen tot gevolg hebben die lijken op depressiviteit. Daarom noemen onderzoekers PPD een „biochemische en hormonale stoornis”.

Het is interessant dat een medisch blad oppert dat een postpartumdepressie veroorzaakt kan worden door onevenwichtige voeding, misschien door een tekort aan B-vitaminen.

Vermoeidheid en slaapgebrek kunnen ook een rol spelen. Dr. Steven I. Altchuler, psychiater aan de Mayo Clinic in Minnesota (VS), zegt: „In de periode kort na de bevalling kunnen kleine problemen, doordat iemand te weinig energie heeft en niet kan slapen, veel groter lijken. Voor sommige vrouwen is het misschien frustrerend te merken dat ze moeite hebben met dingen die ze vóór de bevalling goed aankonden, toen ze nog geen kraamvrouwentranen hadden en de hele nacht door konden slapen.” Ook emotionele factoren zoals een ongeplande zwangerschap, een voortijdige geboorte, het verlies van vrijheid, bezorgdheid om het uiterlijk, en het ontbreken van steun kunnen de depressiviteit verergeren.

Daarbij komt nog dat er een aantal veel voorkomende mythen over het moederschap bestaan die in de hand werken dat een vrouw zich depressief voelt en het gevoel heeft dat ze een mislukkeling is, bijvoorbeeld het idee dat vaardigheden die bij het moederschap horen instinctief zijn, dat er onmiddellijk een band tussen moeder en kind moet bestaan, dat de baby volmaakt en nooit lastig zal zijn en dat de jonge moeder volmaakt moet zijn. In het werkelijke leven gaat het niet zo. De vaardigheden van een moeder moeten aangeleerd worden, hechting kost vaak tijd, sommige baby’s zijn makkelijker te verzorgen dan andere en geen enkele moeder is volmaakt of een supermoeder.

Erkenning krijgen

Nog niet zo lang geleden werd postpartumdepressie vaak niet serieus genomen. Dr. Laurence Kruckman brengt naar voren: „Kwesties in verband met de mentale gezondheid van vrouwen zijn over het hoofd gezien en in het verleden bestempeld als hysterie, het niet waard zich zorgen om te maken. De diagnostische handleiding van de American Psychiatric Association (DSM IV) heeft het bestaan van postpartumdepressie nooit echt erkend, en als gevolg daarvan hebben artsen er niets over geleerd en zijn er ook geen betrouwbare gegevens verzameld. . . . En in tegenstelling tot dertig jaar geleden gaan moeders vaak binnen 24 uur uit het ziekenhuis naar huis. De meeste kraambedpsychosen, de meeste periodes van zwaarmoedigheid en sommige periodes van depressiviteit doen zich binnen drie tot veertien dagen na de bevalling voor. Dus zijn de moeders dan al thuis en staan ze niet meer onder controle van deskundigen die de symptomen kennen.”

Maar volgens dr. Carol E. Watkins van de Northern County Psychiatric Associates in Baltimore (Maryland, VS) kan een postpartumdepressie, als die niet wordt gediagnosticeerd of behandeld, leiden tot langdurige depressiviteit en problemen met de hechting tussen moeder en kind. Depressieve moeders zouden passief de behoeften van hun baby kunnen negeren of juist hun zelfbeheersing kunnen verliezen en hun baby lichamelijke straffen kunnen geven. Dit kan de cognitieve en emotionele ontwikkeling van het kind belemmeren.

Een artikel in het tijdschrift American Family Physician geeft bijvoorbeeld in overweging dat jonge kinderen van depressieve moeders het slechter doen bij cognitieve testen dan even oude kinderen van moeders die niet depressief zijn. Daarbij komt dat een postpartumdepressie een nadelige uitwerking kan hebben op de andere kinderen en de echtgenoot.

Behandeling

Wat kan eraan gedaan worden? Moet u gewoon even doorbijten? Het is een troost te weten dat is vastgesteld dat een postpartumdepressie zowel tijdelijk als te behandelen is. * Hoewel rust en steun van gezinsleden misschien alles is wat nodig is voor lichte symptomen, is het duidelijk dat er medische zorg nodig is als de depressiviteit uw vermogen om te functioneren belemmert, aldus het Office on Women’s Health.

Veel toegepaste behandelingsmethoden zijn antidepressiva *, gesprekken met een psycholoog, hormoonbehandelingen of een combinatie hiervan, afhankelijk van de ernst van het geval. Ook het „kangoeroeën” of op de blote huid dragen van de baby kan depressiviteit van de moeder verminderen. * Er zijn ook alternatieve behandelingsmethoden zoals met kruiden, acupunctuur en homeopathische geneesmiddelen.

Maar er zijn bepaalde dingen die u zelf kunt doen om met de depressie om te gaan. Dat is onder andere voor een gezonde voeding zorgen (zoals groente, fruit en volkorenproducten); cafeïne, alcohol en suiker vermijden; gematigde lichaamsbeweging nemen; en een dutje doen als uw baby slaapt. Zoraya, een christelijke moeder die na de geboorte van een gezond meisje dagenlang de hele dag huilde, zegt dat ze werd geholpen om over de depressie heen te komen door zo snel mogelijk een aandeel te hebben aan haar normale bedieningsactiviteiten als een van Jehovah’s Getuigen. — Zie bijgaand kader voor nog meer tips.

Hoe kunnen anderen helpen?

Omdat te weinig rust een belangrijke oorzaak is van een postpartumdepressie, kunnen anderen helpen door wat van het huishoudelijke werk over te nemen en mee te helpen met de zorg voor het kind. Uit onderzoeken blijkt dat er veel minder postpartumdepressies voorkomen als familieleden bijspringen en steun en aanwijzingen geven. Vaak kan iemand een grote hulp zijn door gewoon geïnteresseerd te luisteren, en daarbij de jonge moeder gerust te stellen en kritiek of veroordelingen te vermijden. Vergeet niet dat PPD een lichamelijke aandoening is die een vrouw niet zelf veroorzaakt. Zoals de organisatie Postpartum Education for Parents naar voren brengt „kan een vrouw zich niet ’vermannen’, net zoals ze dat niet zou kunnen als ze de griep, diabetes of een hartkwaal had”.

Uit het voorgaande blijkt dat hoewel de periode na de bevalling een prachtige tijd voor kersverse moeders kan zijn, die ook veel stress kan veroorzaken. Een beter begrip hiervan kan ons helpen jonge moeders de steun te geven die ze nodig hebben.

[Voetnoten]

^ ¶8 Een postpartumdepressie moet niet verward worden met posttraumatische stressstoornis, waaraan sommige moeders lijden na een zeer zware bevalling, hoewel iemand tegelijkertijd aan beide aandoeningen kan lijden.

^ ¶20 Sommige geneesmiddelen kunnen in moedermelk terechtkomen, dus als u borstvoeding wilt geven, vraag dan aan uw arts wat de beste optie is.

[Kader/Illustraties op blz. 23]

Tips om een postpartumdepressie te doorstaan

1. Praat met iemand over uw gevoelens, vooral met andere moeders.

2. Vraag anderen u te helpen bij de zorg voor uw kind, huishoudelijk werk en boodschappen doen. Vraag uw man om te helpen bij nachtelijke voedingen en huishoudelijk werk.

3. Maak tijd om iets constructiefs voor uzelf te doen, al is het maar 15 minuten per dag, bijvoorbeeld lezen, wandelen of een ontspannend bad nemen.

4. Zelfs als u op een bepaalde dag maar één ding kunt doen, is dat een stap in de goede richting. Er zijn misschien dagen dat u helemaal niets gedaan krijgt. Probeer niet boos op uzelf te worden als dat gebeurt.

5. Door een isolement houdt depressiviteit vaak langer aan. Kleed u aan, en ga elke dag al is het maar eventjes naar buiten. Frisse lucht en een verandering van omgeving zullen u en uw baby echt goed doen.

[Verantwoording]

Ontleend aan de American Academy of Family Physicians, het American College of Obstetricians and Gynecologists en het Office on Women’s Health.