LIED 158
Het komt niet te laat
1. Wat u heeft gemaakt
vult ons met ontzag.
Met zo veel geduld
ontwierp u al die pracht.
En straks, op uw tijd,
maakt u ook een eind
aan onrecht en pijn,
wat zal dat heerlijk zijn!
(REFREIN)
O, wat verlangen wij
naar die beloofde tijd.
Help ons geduldig te zijn.
Uw dag wordt werk’lijkheid.
Dat is een zekerheid!
Al wat er nog komen gaat,
het komt niet te laat.
2. En heel binnenkort
opent u het Graf
en brengt weer terug
wie daarin op u wacht.
U verlangt heel sterk
naar dat mooie werk.
Help ons net als u
te wachten op die dag.
(REFREIN)
O, wat verlangen wij
naar die beloofde tijd.
Help ons geduldig te zijn.
Uw dag wordt werk’lijkheid.
Dat is een zekerheid!
Al wat er nog komen gaat,
het komt niet te laat.
3. Nu bent u nog steeds
liefdevol op zoek
naar wie ned’rig is
en luistert naar uw roep.
Wij beseffen goed
wat gebeuren moet,
en doen graag uw werk
tot u zegt: ’t is genoeg.
(REFREIN)
O, wat verlangen wij
naar die beloofde tijd.
Help ons geduldig te zijn.
Uw dag wordt werk’lijkheid.
Dat is een zekerheid!
Al wat er nog komen gaat,
het komt niet te laat.
Help ons geduldig te zijn!
(Zie ook Kol. 1:11.)
