Toen de Wereldgezondheidsorganisatie in maart 2020 COVID-19 als pandemie bestempelde, hadden de meesten van ons zich niet kunnen indenken dat de wereld er een jaar later nog onder te lijden zou hebben. Miljoenen mensen, onder wie Getuigen van Jehovah, hebben de lichamelijke, emotionele en financiële gevolgen van de pandemie ondervonden. Hoe hebben Jehovah’s Getuigen hulp verleend tijdens deze crisis?

 Onder leiding van het Coördinatorscomité van het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen zijn vanwege COVID-19 wereldwijd meer dan 950 hulpverleningscomités (hvc) opgericht. In sommige gevallen hebben ze plaatselijke hulp geregeld en in andere gevallen hebben Getuigen gebruik kunnen maken van overheidssteun. Ook hebben de hvc’s omvangrijke hulpacties georganiseerd.

 Laten we eens stilstaan bij de situatie in Paraguay. In een krant werd vermeld dat vanwege de economische gevolgen van de pandemie ‘grote aantallen Paraguayanen aan het verhongeren zijn’. Het hulpverleningscomité in Paraguay was echter al begonnen met het uitdelen van pakketten met benodigdheden voor twee weken: genoeg voedsel, schoonmaakmiddelen en producten voor lichaamsverzorging voor een gezin met twee kinderen. Elk pakket heeft een waarde van zo’n 25 euro.

 Hoe beschermen hulpverleners zichzelf en anderen tegen COVID-19? Ze dragen een mondkapje en houden voldoende afstand. Ze controleren ook of de bedrijven die het voedsel leveren goede hygiëneregels hanteren en strenge veiligheidsmaatregelen treffen. Dat betekent bijvoorbeeld dat iedereen die zich met de pakketten bezighoudt de opdracht krijgt persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen, zijn voertuig schoon te maken en te desinfecteren en de pakketten op gedesinfecteerde oppervlakken op te slaan. Bovendien houden degenen die de pakketten afleveren voldoende afstand van de broeders en zusters die ze ontvangen.

 Tegen januari 2021 had het Coördinatorscomité ruim 20 miljoen euro aan hulpverlening vanwege COVID-19 toegewezen. De bijkantoren en hvc’s gebruiken die donaties zorgvuldig en doen hun best om de benodigde spullen voor de beste prijs in te kopen. In Chili bijvoorbeeld wilden de broeders die de hulpverlening regelden 750 kilo linzen kopen. Maar de prijs van linzen was in één maand verdubbeld. Twee uur nadat ze hadden afgesproken de linzen voor de hogere prijs te kopen, vertelde de verkoper ze dat een andere klant zijn bestelling had geretourneerd. In plaats van de broeders de afgesproken hogere prijs te laten betalen, verkocht de verkoper de geretourneerde linzen aan onze broeders door tegen de prijs van de maand ervoor.

 Toen de broeders de linzen echter gingen ophalen, probeerde de verkoper terug te komen op de afspraak. Hij beschuldigde ze ervan het voedsel oneerlijk te verdelen, zoals andere organisaties hadden gedaan. Na een kort, stil gebed vertelde een van de broeders aan de verkoper dat in elke gemeente al was onderzocht wie er echt hulp nodig had. De broeders legden ook uit dat vanwege de diverse culturele achtergronden van de broeders en zusters elk pakket zou worden uitgerust met producten die het nuttigst waren voor het gezin dat het ontving. Daarnaast verzekerden ze de verkoper ervan dat alle door Jehovah’s Getuigen ontvangen donaties, zowel tijd als geld, vrijwillig zijn. Hij was onder de indruk. Hij ging niet alleen akkoord met de lagere prijs maar doneerde ook nog eens 400 kilo linzen voor de volgende bestelling van de broeders.

 Lusu, een bejaarde weduwe in Liberia, woont samen met vijf familieleden. Toen ze op een ochtend aan het ontbijten waren en de dagtekst bespraken, zag de zevenjarige kleinzoon van Lusu dat ze geen eten meer in huis hadden. Hij vroeg: ‘Wat gaan we straks eten?’ Lusu zei dat ze al om hulp had gebeden en dat ze zeker wist dat Jehovah voor ze zou zorgen. Diezelfde middag belde een ouderling om te zeggen dat Lusu een voedselpakket kon komen ophalen. Ze zegt: ‘Mijn kleinzoon zegt dat hij nu weet dat Jehovah gebeden hoort en verhoort, omdat Hij dat van mij heeft verhoord.’

 Een vrouw in Congo (Kinshasa) woont naast een Getuigengezin. Toen ze zag dat het gezin voedsel kreeg van hun geloofsgenoten, zei ze: ‘Na de pandemie worden wij ook Jehovah’s Getuigen, want zij hebben in deze moeilijke tijd voor hun broeders en zusters gezorgd.’ Haar man vroeg: ‘Ga je alleen maar om een zak rijst een Getuige worden?’ Ze antwoordde: ‘Natuurlijk niet, maar die zak rijst is een bewijs van echte liefde.’

 Jehovah’s Getuigen kunnen tijdens deze pandemie zo snel aan de behoeften van onze broeders en zusters voldoen dankzij jullie gulle donaties. Hartelijk dank voor de donaties die jullie via de methoden op donate.isa4310.com doen.